Tien supersnelle halen: trainen voor clubkampioenschappen

Bij de kleine roeivereniging waar ik lid van ben heerst momenteel een fanatieke sfeer. Voor de tweede keer in het bestaan van de club worden er clubkampioenschappen gehouden. Er zijn ploegen gevormd, één damesploeg traint al in de juiste formatie. Bij de meeste verenigingen is het gebruikelijk dat je roeit met een vaste ploeg. Bij ons is dat niet het geval, we verzamelen op een vast tijdstip en delen vervolgens de boten in. Het voordeel hiervan is, dat je steeds met andere mensen roeit en zo nog eens iemand leert kennen.
De dames van mijn ploeg kennen elkaar al jaren, maar we hebben nog niet met de vier dames van het team in de vier getraind. Toch heb ik er wel vertrouwen in. Vorige week hebben we zelfs tijdens een recreatieve picknicktocht startjes geoefend. Gelukkig deden we dat voor de picknick, na het eten van allerlei lekkers kwamen niet echt meer vooruit in de boot.

In een vlaag van enthousiasme heb ik mij voor maar liefst drie nummers opgegeven. Ik doe mee in de skiff, in de C2+ ( een boot waarin twee roeiers varen, met stuur) en in de C4+. Ik wist alleen niet, dat elk nummer twee keer gevaren wordt, dus ik sta voor zes keer op de lijst! Oeps! Eerlijk gezegd is de C4 geen echte wedstrijdboot, in mijn jonge jaren voer ik in de acht en in de "gladde vier." Maar in die tijd had ik nog geen kinderen en veel tijd om te trainen. Er doet overigens geen echte wedstrijdvier mee aan de wedstrijden, we hebben daar niet genoeg materiaal voor.
Momenteel heb ik mijzelf een strak schema opgelegd. Zaterdag heb ik startjes geoefend in de skiff, terwijl mijn zoon J. bij het vlot heen en weer voer, onder toeziend oog van de oude wijze W. Bij een start mag ik er wel aan denken om niet om te slaan in de smalle éénpersoonsboot, er komt dan ineens veel kracht op de riemen te staan. Ik heb ook ontdekt dat mijn conditie niet meer het niveau heeft van jaren geleden, maar ik doe mijn best. Daarom loop ik ook nog hard deze week. Eerst breng ik de boot op gang door middel van vier supersnelle halen, waarbij ik niet helemaal oprijd. Vervolgens knal ik er dan tien hele snelle halen achteraan, daarna ga ik op baantempo roeien. In het begin van de training was ik na dertig halen al helemaal op, dus de krachten moeten goed verdeeld worden. Eigenlijk weet ik al dat roeimaatje M. van mij gaat winnen in de skiff, maar het gaat om het plezier en om de uitdaging. Er doen overigens slechts twee dames, M en ik dus, mee aan de wedstrijd in de skiff. Zoon J. doet nog niet mee, hij is nog in opleiding bij mij. Helaas zijn er niet genoeg jeugdleden om tegen te varen. De sportieveling zwemt wedstrijden, dat is ook bijzonder.

Foto: In de C4+ maakten we een tochtje naar de Larsersluis

Reacties

Populaire posts van deze blog

In een juichpak kijken naar voetbal van Oranje

Wie heeft de pet van tante Jet?

Rain, nice! Regenwater op Saba wordt goed gebruikt.